“Geen bewijs dat artsen met supplementen betere kwalitatieve zorg verstrekken” (commentaar)

Dr. Marc Moens (Bvas) becommentarieert een artikel over het doctoraal proefschrift van de. Piet Calcoen (foto), verstuurd via onze digitale nieuwsbrief,  waarvan de titel tot misverstanden kan leiden.

"De titel bij het stuk over de doctoraatsthesis van collega Piet Calcoen dat er geen bewijs is dat artsen die supplementen aanrekenen ook betere kwalitatieve zorg verstrekken is een verdraaide herformulering van één van zijn conclusies. Die luidt immers: “Het is niet duidelijk of artsen die ereloonsupplementen aanrekenen ook betere kwaliteit van zorg leveren dan artsen die dit niet doen.” Dat klinkt minder catchy dan de gebruikte titel en past minder in het mutualiteitsdenken dat men dezer dagen graag hanteert en dat men doctor Calcoen misschien  wil aansmeren omdat hij in zijn carrière enkele jaren werkzaam was bij de CM." 

"De doctoraatsthesis is geen pleidooi tegen supplementen (BVAS benoemt supplementen trouwens liever als vrije honoraria). De echo’s die ik opving van collegae die aanwezig waren bij de thesisverdediging van collega Piet Calcoen op 18 oktober jl. in Rotterdam vertelden me het tegendeel.  In de thesis staat onder meer letterlijk dat politici het (vermeende) probleem van de toegankelijkheid ten gevolge van de supplementen overschatten (pag. 49). Ondanks het feit dat België supplementen toelaat, staat België volgens de Euro Health Consumer Index aan de Europese top wat betreft toegankelijkheid."

"Vandaag vormen de ereloonsupplementen die artsen bij verblijvende patiënten aanrekenen een onderdeel van hun eigen inkomen maar ook van dat van de ziekenhuizen. Die financiële middelen helpen om het algemeen kwaliteitspeil van die ziekenhuizen voldoende hoog te houden voor alle patiënten, ook voor die zieken die aan RIZIV-tarieven worden verzorgd. Weliswaar kan de vraag worden gesteld of de koppeling tussen het vragen van vrije erelonen en het verblijf op een eenpersoonskamer nog kan standhouden. Dit is een relict uit de vorige eeuw, toen 55 jaar geleden het akkoordensysteem artsen–ziekenfondsen het daglicht zag." 

"De snelle ontwikkelingen van nieuwe technologieën creëren diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Als die innovaties hun nut bewijzen, zouden ze moeten worden terugbetaald. We weten dat dit omwille van budgettaire beperkingen niet steeds gebeurt of slechts zeer restrictief. Denken we maar aan de zich razendsnel ontwikkelende DNA-technologie of aan sommige implanteerbare hulpmiddelen (vasculair, bewaking van diabetesbehandelingen, ..). Als de private verzekeringen dergelijk terugbetalingen zouden opvangen, spreken we niet van supplementen, want een supplement kan maar bestaan als er een RIZIV-vergoeding voor de prestatie bestaat maar van aanvullende private ziektekostenverzekering. Het betekent de creatie van een geneeskunde met twee snelheden, wat als sociaal onaanvaardbaar wordt beschouwd." 

"De thesis van dr. Piet Calcoen besluit zeer terecht met: “In de ideale wereld is alle essentiële zorg gedekt door de verplichte ziektekostenverzekering. In de reële wereld kan de verplichte ziektekostenverzekering worden aangevuld met vrijwillige private ziektekostenverzekeringen.” Wat essentiële zorg is blijft voer voor discussie, zeker naar de nabije toekomst toe, maar niet alle prestaties die vandaag in de verplichte ziektekostenverzekering zijn opgenomen worden voldoende gehonoreerd. Daarom blijven supplementen nodig."

Dr. Marc Moens, voorzitter Bvas

Een herwerkte versie van het artikel verschijnt met instemming van dr. Piet Calcoen in onze papieren editie 132.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.